The Mummy is een losse remake van het gelijknamige origineel uit 1932 met Boris Karlof. Maar in plaats van de mummie de hoofdrol te geven zoals in het origineel, gaat de hoofdrol deze keer naar een Indiana Jones-achtig personage gespeeld door Brendan Fraser.
Met een budget van 80 miljoen dollar, waarvan alleen al 15 miljoen dollar van naar de special effects toe gingen, werden kosten nog moeite gespaard om de film succesvol te maken. Maar is de zoveelste Indiana Jones kopie wel de moeite waard om te bekijken als je ook gewoon naar Indiana Jones zelf kunt kijken?
Brendan Fraser is vooral bekend uit fish-out-of-the-water films, kortom, komische films waarin de hoofdpersoon compleet in een andere setting terecht komt en een cultuurshock krijgt. In deze film mag hij echter de held uit hangen als een soort van Indiana Jones die een 3000 jaar oude mummie moet bestrijden.
Het verhaal draait allemaal om Imhotep (Arnold Vosloo), een hoge priester die verliefd wordt op de Egyptische prinses Anck-su-Namun. Als de Farao erachter komt vlucht Imhotep en pleegt Anck-su-Namun zelfmoord, zodat Imhotep hij later kan doen herrijzen dankzij het Boek van de Doden. De herrijzenis mislukt echter, en Imhotep wordt gevangen en gemummificeerd en zijn graf verzegeld met een vloek.
Jaren later ontdekken broer en zus Jonathan (John Hannah) en Evelyn Carnahan (Rachel Weisz) een geheimzinnige box met daarin een kaart naar de Egyptische stad Hamunaptra, de Stad van de Doden. De box blijkt afkomstig te zijn van een gevangene, Rick O'Connell (Brendan Fraser), die claimt de kaart te hebben gevonden in Hamunaptra, en belooft hen naar de stad te wijzen. Eenmaal op de plaats van bestemming ontdekken ze al snel de mummie, en uiteraard pakt dat niet zo goed uit voor het drietal, en worden ze al snel belaagd onder de tien plagen van Egypte en de mummie zelf.
De film biedt alles wat een goede zomer blockbuster moet hebben, actie, spektakel, special effects. Verder bevat de film veel humor, maar wellicht iets te veel, waardoor je het gevoel krijgt dat de filmmakers het zelf ook niet al te serieus namen. Dit komt met name door Brendan Fraser die toch al meer komiek dan acteur is, maar dat zorgt er wel voor dat hij wezenlijk verschilt van Indiana Jones, wat dan weer positief uitpakt voor de film.
De art direction is prachtig, de special effects zijn goed en overtuigend gedaan, er is voldoende actie en spektakel, maar echte diepgang is er voor de personages niet. De enige die enigszins een karakterontwikkeling meemaakt is het karakter van Evelyn van Rachel Weisz, die zowel charmant als naïef overtuigend weet neer te zetten, zonder dom over te komen.
Maar voor wie de diepgang in een film gestolen kan worden is er voldoende te beleven. De special effects zijn de voornaamste attractie in deze film, er zit een romantisch verhaallijntje in, een cast met knappe koppen, humor en een klein beetje historie. Het is dus inderdaad geen Indiana Jones, maar de filmmakers zijn wel degelijk geslaagd in de opzet om deze film te distantiëren van Indiana Jones om een eigen stijl te ontwikkelen. Toch zal deze film altijd vergeleken worden met Indiana Jones, en dat is ook niet zo gek, aangezien Indiana Jones synoniem staat voor avonturenfilms mid. jaren 30 met opgegraven relikwieën en schatten. Maar voor zover het mogelijk was is de film anders genoeg om je niet al te veel te storen aan het gebrek van Harrison Ford, of het feit dat de humor iets simpeler is dan een Indiana Jones film
Eindoordeel: Niet bepaald van het niveau van Indiana Jones, want daar heeft deze film niet de klasse voor, maar het biedt toch genoeg vermaak voor het gehele gezin. De special effects zijn de grootste attractie, tezamen met spektakel en voldoende humor. Het verhaal is niet al te complex, zoals bij menig blockbuster, maar dat doet er bij dit soort films ook niet zo veel toe. Kortom, een popcorn film pur sang.
Eindcijfer: 7,5
0 reacties:
Een reactie posten